Bonaire
Bonaire, met Kralendijk als hoofdstad, ligt het meest oostelijk van de Benedenwindse Eilanden. Het ligt tussen 68°11’ en 68°25’ W.L. en tussen 12°2’en 12°19’N.Br. Het eiland heeft een beetje de vorm van een haak. De holle zijde is naar het westen gekeerd. De oppervlakte bedraagt 288 km², de breedte wisselt tussen 5 en 12 km. De lengte is ongeveer 40 kilometer, gemeten van Malmok in het noorden tot aan Lacre Punt in het zuiden. Er zijn vrij grote tegenstellingen in de vorm en opbouw van Bonaire. Het noordwesten is heuvelachtig, het midden heeft terraslandschappen, en het zuiden is laag en vlak.
In het noordwesten vindt men de hoogste heuvels, de Brandaris is de hoogste met 240,8 m. Het heuvellandschap gaat ter hoogte van Rincon vrij plotseling over in een laagte. Het wordt in het zuiden afgegrensd door de ongeveer 100 m hoge steile rand van het terrassenlandschap van kalksteen van midden Bonaire. In noordelijke en oostelijke richting nemen de terrassen trapsgewijs in hoogte af.
Dit deel van Bonaire is te herkennen aan de vele steile rotswanden en talloze nissen en grotten. Het hoogterras van midden Bonaire eindigt in de steile rand van Kibrá di Montaña (138 m). Ten zuiden hiervan wordt het eiland snel lager en vlakker. Het gaat uiteindelijk over in zoutpannen en natte gronden bij Punt Vierkant die nauwelijks boven de zeespiegel.
Bonaire heeft een opgeheven koraalkust die aan de noord – en oostkant hoger en woester is dan aan de zuid- en westkant. Aan de noord- en oostkant komen op veel plaatsen inhammen zoals Boka Onima en Boka Washikemba. Hier en daar werden smalle zandstrandjes gevormd, playa’s, zoals onder andere Playa Lechi aan de westkust. Bonaire heeft ook dalstelsels die in het Postglaciaal net als het Schottegat op Curaçao onderliepen en prima als haven dienen.
Maar deze zijn op Bonaire door latere koraalvorming helemaal of bijna helemaal van de zee afgesloten en in zoutwatermeren veranderd. Zoals onder andere Boka Bartol, Slagbaai en Gotomeer. In het zuiden van Bonaire is het Pekelmeer met een open verbinding met de zee zeer belangrijk gebleken voor de zoutwinning en als broedplaats voor flamingo’s. Iets noordelijker aan de oostkust ligt Lac, een door koraalriffen gedeeltelijk afgesloten uitgestrekte lagune. Het is toegankelijk voor kleine boten. Vissers hebben bij Lac grote hoeveelheden schelpen (karkó’s) achtergelaten. Een groot gedeelte van de kant van de lagune is dicht begroeid met mangroveplanten. Veel dieren leven en broeden daar. De zuidkant van de lagune wordt gevormd door een redelijk breed zandstrand.
Aan de westkant van Bonaire ligt op ongeveer 2 km afstand van de kust bij Kralendijk het onbewoonde, lage koraaleilandje Klein Bonaire met een oppervlakte van ongeveer 6 km². Het is tegenwoordig bedekt met schraal struikgewas, dit was vroeger anders. 40
De oorspronkelijke vegetatie van Bonaire wordt bepaald door het heersende half droge klimaat. De gemiddelde regenval was van 1905 t/m 1980 is 503,7 mm. De oorspronkelije planten zijn vooral struiken met doornen, lage bomen en cactussen. Bij binnenbaaien groeien mangroveplanten en aan de kust laag groeiende planten die van zout water houden. e sabana’s, weiden, waren vroeger heel belangrijk. Ze komen in een bepaald seizoen voor. Toen het zoetwater zout werd, zijn de sabana’s bijna helemaal verdwenen.
Er zijn natuurlijke zoetwaterbronnen bij onder andere Dos Pos, Pos di Rincon, Fontein en ook in het lage kalksteengebied van het zuiden. Op verschillende plaatsen probeerde men meer water te krijgen door putten te slaan en aarden dammen te bouwen op geschikte plaatsen in rooien. Zo zijn tanki’s en dammen gevormd. De noordelijke helft heeft duidelijk meer bossen dan de zuidelijke helft. Hier bevinden zich de meeste grote plantages zoals Washington, Slagbaai, Fontein, Bolivia, Colombia.
Deze bossen zijn slechts een schamele rest van de dichte bossen met veel meer bomen. Vanaf 1499 toen de Spanjaarden het eiland bezochten tot het begin van de 20ste eeuw, werden de begeerde Brazilhout(verfhout) en Wayaká (pokhout) gekapt. Het vele houtskoolbranden voor de export naar Curaçao en de extensieve geitenteelt hebben ook veel schade aan de groei van bomen gebracht.
Bonaire is al jaren internationaal bekend om de natuurbescherming. En het aanwijzen, inrichten en beheren van beschermde gebieden die vallen onder het Washington Slagbaai Nationaal Park en Bonaire Marine Park. In 1969 begon de non-profit organisatie Stichting Nationale Parken Bonaire (Stinapa) met het Washington Park. In 1979 werd het park uitgebreid met de koop van Slagbaai. Het Marine Park is in 1979 opgezet. Het doel van beide parken is om de natuur te beschermen en te behouden voor het nageslacht.
Op 21 november 2001 heeft de Eilandsraad een ontwikkelingsplan voor Klein Bonaire vastgesteld. Het eiland is aangewezen als beschermd gebied en wordt onderdeel van het Bonaire National Marine Park, beheerd door STINAPA Bonaire, zoals beschreven in de Environmental Marine Ordinance (2001).
Link to STINAPA (in het Engels):
https://stinapabonaire.org/bonaire-national-marine-park/klein-bonaire/
Video Klein Bonaire (het merendeel in Papiamentu):