Samenwerking in het hele Koninkrijk
De UNESCO Conventie voor het Veiligstellen van Immaterieel Cultureel Erfgoed is van 2003. In 2012 ratificeerde het Koninkrijk der Nederlanden dit conventie. Vanaf die tijd werken Aruba, Curaçao, Nederland, Sint Maarten en de openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint Eustatius aan implementatie van de conventie. Dit doen ze onder andere door inventarissen aan te leggen. Op alle eilanden en in Nederland maken honderden groepen zich sterk om het immaterieel erfgoed voor de toekomst veilig te stellen.
Capacity building
Het Koninkrijk gaf eerder geld aan het Fonds voor Immaterieel Cultureel Erfgoed bij dit UNESCO Conventie voor het project 'Strengthening the capacities of Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Maarten, Sint Eustatius and Suriname to implement the Convention for the Safeguarding of the Intangible Cultural Heritage'. (Het verstevigen van de capaciteit van Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Maarten, Sint Eustatius en Suriname voor de implementatie van de conventie voor het veiligstellen van immaterieel cultureel erfgoed).
De trainingen vonden elk jaar plaats:
2013: Aruba
2014: Sint Maarten
2015: Curaçao
2016: Curaçao
2017: Bonaire
2018: Paramaribo
Tijdens deze bijeenkomsten werd er aandacht besteed aan verschillende delen van de implementatie van de conventie, zoals de uitwerking ervan, het opstellen van plannen om het erfgoed veilig te stellen, het zogeheten 'community based inventorying' (het inventariseren van immaterieel erfgoed vanuit de gemeenschappen), het opstellen van de afspraken hoe de zaken geregeld worden. Bij de trainingen was het voor de deelnemers ook mogelijk om ervaring en kennis uit te wisselen. Het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed
Nederland was ook bij alle bijeenkomsten aanwezig.
Dutch Caribbean Committee ICH (Intangible Cultural Heritage - Immaterieel Cultureel Erfgoed)
De zes eilanden samen beslissen voor een betere samenwerking en eenvoudiger contacten te onderhouden en richten in 2016 de Dutch Caribbean ICH Committee. Hierin zitten vertegenwoordigers van Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Maarten en Sint Eustatius. De samenwerking met Nederland en Suriname is goed, er is regelmatig onderling overleg.
Hoe nu verder?
In 2018 werd door Richenel Ansano, secretaris van de Dutch Caribbean ICH Committee, onderzoek gedaan naar de stand van zaken bij de implementatie van het 2003 UNESCO Conventie op de zes eilanden in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Het onderzoek was in opdracht van het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland.
Dit onderzoek produceerde een verslag met aanbevelingen. Een van de aanbevelingen was voor een samenwerkingsovereenkomst tussen de zes eilanden, en een door de vier landen in het Koninkrijk (Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland). Het onderwerp van de overeenkomsten was de verdere implementatie van het 2003 Conventie van UNESCO. Op 8 februari 2019 werd een eerste stap hiervoor gezet door het ondertekenen van een intentieverklaring door de ministers van de vier landen.